rangen, tot 1sten luitenant benoemd, hoedanig hij den 4den November van hetzelfde jaar gepensioneerd werd. Hij nam in 1847 dienst bij het leger in Oost-Indië als 2de luitenant en werd in 1853 tot 1ste luitenant bevorderd, in welken rang hij bij besluit van den gouverneur-generaal van Neêrlands Indië, van den 26sten Mei 1856, gepensioneerd werd. Hij had daarvan niet lang genot, daar hij den 24sten Junij 1857 te Stevensweert ongehuwd overleed. Hij was versierd met het Metalen Kruis en bij besluit van Z.M. van den 11den December 1849 benoemd tot ridder der militaire Willems-orde 4de klasse, voor zijn gehouden gedrag gedurende de derde expeditie op Bali. In 1851 verkreeg hij het onderscheidingsteeken ingesteld voor langdurige Nederlandsche dienst als officier.
Uit familie-berigten bijeengebragt.