Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 10

[Johannes Aurelius Knippinga]

KNIPPINGA (Johannes Aurelius), geboren te Groningen, omstreeks het midden der zeventiende eeuw, behoorde tot de orde der Augustijner-Heremieten en sprak zijne gelofte te Dendermonde uit. Hij was in 1672 priester te Antwerpen en keerde later naar Dendermonde terug, waar hij prior werd in het klooster zijner orde. Hij diende vervolgens in de Hollandsche missie en is waarschijnlijk als zoodanig aldaar overleden. Hij beoefende middelmatig de Latijnsche dichtkunst, blijkens de volgende werken door hem in het licht gegeven:

[p. 268]

Ephemeris Sanctorum Ord. Erem. S.P. Augustini, ex authenticis scriptoribus collecta, et vario metri cultu exornata, Antv. 1672. 24^o.; achteraan volgt: Musa Miscellanea.

Facetiarum Epigrammaticarum centuriae sex, variis argutiis, jocis, salse, sapienter, et pie dictis respersae, Antv. 1672. 24^o.

Zie Paquot, Memoir. T. III. p. 415, 416; Hoeufft, Parnas. Lat. Belg. p. 195; Peerlkamp, de Poët. Latin. Nederl. p. 419.