Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 10

[David Knibbe]

KNIBBE (David) werd den 13^den Julij 1639 te Middelburg geboren en was de zoon van David Knibbe en Petronella Radermacher. In 1663 proponent geworden, werd hij in dat jaar predikant te Barsingerhorn, in 1667 te Purmerend, en in 1668 te Leiden. Hij bedankte in 1671 voor een beroep naar Amsterdam, en overleed te Leiden den 8^sten November 1701, nadat hij des morgens nog gepreêkt had en des middags in de kerk door eene beroerte overvallen was. Zijne afbeelding ziet het licht.

Hij was gehuwd met Magdalena Vergenst. Zijn zoon volgt.

Knibbe was een der uitmuntendste predikers van zijnen tijd en mogt zich verheugen in de voortdurende achting en liefde zijner gemeente. Ofschoon geen openbaar onderwijs gevende, gaf hij, tijdens zijn verblijf te Leiden, ten zijnen huize homiletische lessen aan aanstaande evangeliedienaars. Die lessen, in zijne aan te halen Manuductio later uitgegeven, verdienen, zijnen tijd in aanmerking genomen, volgens den heer Glasius, grooten lof. Ook door andere schriften maakte hij zich bekend. Deze zijn getiteld:

Kentekenen der Genade Gods in XVI Predikatiën, Leid. 1678. 8^o.; ald. 1684. 8^o.

De hand Gods, uytgestrekt in het oordeelen en bewaaren van zijn kerk, aangewezen in de uytbreydinge van I Petri Kap. IV:17, 18, 19, Jesaia kap. IV, Psalm XLVI, nevens eenige Mengelstoffen over verscheyde texten der H. Schriftuure. Hier is ook bijgedaan de Wederlegging van de dwalinge der Schoristen of soo genaamde Hebreën, Leid. 1682. 4^o; 1699. 4^o. ald. 1704. 4^o.

Leere der Genade Gods in Jezus Christus over Colossensen I vs. 12, 13, Leid. 1687. 8^o.; ald. 1694.

Katechisatie of kort begrip der Christelyke Religie, getrokken uyt den Heydelbergschen katechismus, dienstig tot dagelyksche Huisoeffening, onderwys voor de jeugd, en alle die haar ten Avondmaal willen begeven, Leid. 1689. 8^o. De zevende druk ald. 1731. 8^o.; 22^ste druk ald. 1751.

Clarissimi ac Doctissimi D. Johannes Hoornbekii, S.S. Theologiae Doctoris, in Ecclesia et Academia Lugduno-Batava Professoris, Socinianismi confubati compendium, ipsissimis Cl. Autoris verbis concinnatum in usum S.S. Theologiae studiosorum, Lugd. Bat. 1690. 12^o.

[p. 263]

Onderwijs hoe een gelovige in 't Nieuwe Testament moet bidden, Leid. 1690. 8^o.

De Leer der Gereformeerde kerk, volgens de order van de Heydelbergsche katechismus verklaard, bevestigt en tot oefening der Godsaligheyd toegepast, vermeerderd, verbeeterd en voor yder Sondag met een ontleedende tafel verrykt, alsmede een Kort Onderwys om een predikatie met order te hooren en te herhaalen, Leid. 1731. 8^o. zesde druk. De eerste druk verscheen ald. 1692, 1694 in 8^o. De 8^ste in 1751 in 4^o.

Over den Brief aan de Colossensen, Leid. 1694. 4^o. 2 deelen, 2de druk.

Over den Brief aan de Ephesen, Leid. 1694. 4^o. 2 deelen.

Heydelbergsche Catechismus verklaard, Leid. 1694. 8^o.

Onderwijs van de Predik Order, Leid. 1696, 8^o.

Manuductio ad Oratoriam Sacram, doctorum praeceptis, exemplis perpetuis et concionibus quibusdam paradigmaticis, concinnata et illustrata, editio sept. Lugd. Bat. 1697, 8^o.

Manuductionum ad Oratoriam Sacram, Pars altera, conciones paradigmaticas continens, in Prophetae Jesaiae cap. 26 et 40, in usum S.S. Theologiae studiosorum, Lugd. Bat. 1697. 8^o.

Verdediging omtrent de vergeving der zonden, Leid. 1699. 8^o.

Zie Boekz. der gel. wereld, 1748. a. bl. 453-456; Veeris, Kerk. Reg. der Pred. van Noord-Holl. bl. 56; de la Rue, Gelett. Zeel. (2^o druk) bl. 80-83; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. I, III; Pars, Naamr. bl 250; Schotel, Kerk. Dordr. D. I. bl. 511, 512; Glasius, Godgel. Ned. D. II. bl. 281, 282, D. III. bl. 667; Muller, Cat. van Portr.