[Johannes Kloekhoff]
KLOEKHOFF (Johannes), broeder van den voorgaande, werd te 's Hage geboren en studeerde te Jena. Na drie jaren als proponent te hebben doorgebragt, werd hij in 1731 predikant bij de Luthersche gemeente te Zutphen en in 1634 te Culenborg, waar hij den 1sten April 1757 overleed. Hij vervaardigde eene Lijkrede op G.F. Mitzen, Rott. 1736. 4o. en beoefende de Nederduitsche dichtkunst blijkens zijne dichterlijke:
Verklaring van de Medaille ofte den Gedenkpenning, opgedragen aan Syne D.H. Willem Carel Hendrik Friso, ter gelegenheid dat S.H. was ingehuldigt als Grave van Culenborgh, 1748. Dit afzonderlijk gedrukte dichtstukje werd later opgenomen door Voet van Oudheusden, in zijne Historische Beschrijving van Culenborg, D. I. bl. 412-415.
Zie Schultz Jacobi en Domela Nieuwenhuis, Bijdr. tot de geschied. der Luth. kerk in de Nederl. St. II. bl. 160, 161; van der Aa, Nieuw Woordenb. van Ned. Dicht.