[Balthasar Kloekhoff]
KLOEKHOFF (Balthasar), afkomstig uit een aanzienlijk geslacht, was advokaat geworden te Utrecht den 20sten Augustus 1725, na verdediging zijner Dissertatio de arrhis sponsalitiis. Hij was later burgemeester te Culenborg en kwam in 1744 in aanmerking voor den openstaanden leerstoel der regtsgeleerdheid te Harderwijk. Zijne zonen volgen.
Zie Schultz Jacobi, Bijdr. tot de Geschied. der Luth. Kerk in de Nederl. St. II. bl. 160; Bouman, Geschied. der Geld. Hoogesch. D. II. bl. 161, 162.