lijkbaar niet behoorlijk grafwaarts kon worden gedragen, waarom, volgens bestaande aanteekening, Pieter Pz. Trom, te Edam, eene bijzondere baar moest maken, die nog te zien is, om den zwaarwigtigen kastelein naar zijne laatste rustplaats te kunnen brengen. Zijne afbeelding, ten voete uit geschilderd, berust nog te Edam.
Zie Allan, De stad Edam en hare geschiedenis, bl. 41.