Door juiste maatregelen wist hij zich in die positie krachtig te handhaven, zoodat de Franschen aanstalten maakten om eene loopgraaf tegen het dorp te openen, dat zij middelerwijl hevig beschoten en waartegen de bezetting trachtte niets schuldig te blijven. Gebrek aan krijgsvoorraad noodzaakte eindelijk van Kinschot bedacht te zijn op middelen tot ontruiming der plaats, waaruit hij zich in den avond van den 10den Julij in stilte en met orde terugtrok langs de Scheldedijk naar Bergen op Zoom, met zich voerende het geschut en de bagaadje. Te Bergen op Zoom betuigde hem de prins van Oranje, die zich toen daar bevond, hoogstdeszelfs tevredenheid over de beschikkingen, die hij tot de uitvoering van zijnen terugtogt genomen had.
Na de overgave van Bergen op Zoom, werd van Kinschot gevangen genomen, en deelde alzoo in het lot van velen die na de overompeling der vesting de hun toevertrouwde post niet hadden willen verlaten. Door de vermoeijenissen die hij had doorgestaan en de inspanning die hij bij de krijgsgebeurtenissen had aan den dag gelegd, was zijne gezondheid zeer geschokt. In October had de maarschalk Löwenthall hem veroorloofd om naar 's Gravenhage te gaan, van waar hij naar Brussel terugkeerde bij zijn broeder Jan Anthoni voornoemd, die destijds resident van het Nederlandsch gouvernement te Brussel was. Hij bekwam echter zijne vorige gezondheid niet terug, maar overleed te Brussel den 10den November 1747. Zijn lijk is te Delft in het familiegraf bijgezet. Hij huwde den 23sten Junij 1737 met Wilhelmine Louise Hesselt van Dinter, geboren den 6den October 1716, dochter van mr. Mathias Andreas, burgemeester van Maastricht, en van Jaqueline Henriëtte Martini. Zij verwekten 6 kinderen.
Zie Ferwerda, Adelijk Wapenb. in de Genealogie van van Kinschot, 20ste generatie; Bosscha, Neêrl. Held. te land, D. II. bl. 614, Bijv. en Verb. bl. 31 32; uit familieberigten aangevuld.