nes Gevartius, advokaat te Brussel, voor de praktijk bekwaam maakte. Hij oefende die vervolgens gedurende 40 jaren met roem uit, en werd als een orakel, door personen heinde en ver gekomen, geraadpleegd. Hij legde zich tevens op de vorming van jongelieden tot de regtsgeleerdheid toe en bedankte herhaahlelijk, om redenen van gezondheid, voor de benoeming van raadsheer. Hij overleed te Brussel in September 1608 en werd in de St. Gudule kerk aldaar begraven. Hij was gehuwd met Margaretha Douglas, gezegd Scott, dochter van François Douglas, heer van Bautershem enz. en van Anna Bosschaert, en verwekte bij haar vier kinderen; 1e François, die volgt; 2e Ambrosius en Hendrik, beiden geestelijken; 4e Anna, gehuwd met Jerôme de Gaule, ridder, kanselier van Gelderland, lid van den grooten raad te Mechelen, en geheimraad des konings.
Van Kinschot was een bekwaam regtsgeleerde, die verscheidene tractaten over regtsgeleerde onderwerpen heeft nagelaten, die het licht zien onder den titel van:
Responsa, sive Consilia Juris. Item de Rescriptis gratiae, a supremo Senatu Brabantiae nomine Ducis concedi solitis, tractatus septem, etc. Lov. 1633. fol. (Met eene opdragt van den bezorger Valerius Andreas.)
Zie Foppens, Bibl. Belg. p. 452; Ferworda, Adel. Wapenb. D. II. in de genealogie van van Kinschot; Paquot, Memoir. T. I. p. 400.