Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 10
(1862)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 146]
| |
of de geneeskundige praktijk uitoefende. Hij was tevens een niet onverdienstelijk Latijnsch dichter en schreef: Commentarius de Aphthis, nostratibus Sprouwe, Mediob. 1669. 12o.; Lugd. Bat. 1672. 12o.; Amst. 1715. 8o. Door David van Hoogstraten in het Hollandsch vertaald en uitgegeven onder den titel van: Geneeskonstig Verhaal van de Sprouw onzer Landgenooten, Dordr. 1681. 8o.
Zie de la Ruë, Gelett. Zeel. (2de druk) bl. 223; Vrolikhert, Vliss. Kerkh. bl. 353; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. III. |
|