[Willem Kersseboom]
KERSSEBOOM (Willem), geboren tegen het einde der zeventiende eeuw, was een zeer verdienstelijk wiskundige en praktizijn te 's Gravenhage, van wien ons geene levensberigten bekend zijn. Hij schreef:
Verhandelingen tot een proeve om te weeten de probable menigte des volks in Hollandt en W. Vrieslandt. Benevens tafelen van de waardije van lijfrenten en proportien van de losrente, 's Hage 1738-1742. 4o. 3 stukk.
Kort bewijs dat op de afstervingen, voorgevallen in een klein getal personen van zekeren ouderdom, geentsints een generale regel van levenskragt voor andere te funderen is, waar bij gevoegd is een tafel of rigtsnoer, naar welke, in proportie van den ordinaris Intrest der Obligatien, in gereed geld te vinden is de juiste koopprijs, welke moet betaald worden eens om den kooper, gedurende zijn leven in proveniershuizen of diergelijke, zonder schade of voordeel de kost te kunnen geven, 's Hage 1738. 4o.
Eenige aanmerkingen op de gissingen over den staat van het menschelijk geslacht van Nic. Struyck, enz. 's Hage 1740. 4o.
Observatien, waar in voornaamlijk getoond word wat is gelyktydigheit, dewelke vereischt word in alle calculatien, die tot voorwerp hebben probable levenskragt van personen van eenigen voorgestelden ouderdom, enz. 's Hage 1740. 4o.
Politieke Rekenkunde vervat in drie verhandelingen over de menigte des volks in de provincie van Holland en Westfriesland, de probable leeftijd der weduwen, de duurzaamheit der huwelyken, 's Hage 1742. 4o. 3 stukjes; herdr. ald. 1748.
Vijftien portefeuilles uit de verzameling van dezen ‘beroemden financier en ijverigen berekenaar’ afkomstig, zijn op het Rijks archief te 's Gravenhage aanwezig. Daarin zijn vele handschriften en brieven van hem zelven, adviezen over negotiatiën, plannen van loterijen, berekeningen van lijf- en losrenten, adviezen over het redres der verponding, over de finantiën van Zeeland, het postwezen, vergelijkingen van en aanteekeningen over buitenlandsche leeningen, allen gedurende vijftig jaren door hem bijeengebragt.
Zie van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. I.; Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek.; van Kampen, Geschied. der Ned. Lett. en Wetensch. D. III. bl. 274; Bakhuizen van den Brink, Overzigt van het Rijks-Archief, 1854. bl. 125; Muller, Cat. van Regtsgel. Werk. bl. 78.