[Coenraad Kerbert]
KERBERT (Coenraad), zoon van den voorgaande, werd in 1816 te Koog aan de Zaan geboren, en door zijn vader voor de geneeskunde opgeleid, in wiens praktijk hij na zijn dood gesteld werd. Hij deed zich niet alleen als een kundig arts, maar ook als geleerde en vooral ook als plantkundige kennen door de volgende verhandelingen en werken:
Commentatio ad quaestionem chemicam: Tradatur acidi Carbonici nativi historia naturalis et chemica, ejusque fontes praecipui indicentur et explicentur. Met goud bekroond door de Leidsche hoogeschool en in deszelfs Annales, 1836-1837 opgenomen.
Specimen Chemico-pathologicum de urina albuminosa et albuminoriae dignitate diagnostica, Lugd. Bat. 1839. 8o.
(Met Dr. J.H. Molkenboer) Flora Leidensis. Sive elenchus plantarum spontanearum phanerogamicarum, quae hucusque prope Lugd. Batavorum repertae sunt, secundum ordines naturales digestus, Lugd. Bat. 1840. 12o.
Mededeeling over Becher's Minera Arenaria, in den Algem. Konst- en Letterb. 1854. bl. 104.
Kerbert overleed te Zaandijk den 14den September 1857.
Zie Algem. Konst- en Letterb. 1857. bl. 305; Brinkman, Naaml. van Boek.