Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 10
(1862)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 89]
| |
der stad Gouda, die namens de vroedschap, in 1572, met Cornelis van Reynegom afgevaardigd werd aan den slotvoogd Cornelis van der Mijle, ten einde hem, nu de stad aan 's prinsen zijde was overgegaan, te bewegen ook het kasteel over te geven. In dat jaar had hij ook aandeel in het doen omslaan van Woerden. In 1573 komt hij voor op de regeringslijsten van Gouda, en meermalen bekleedde hij daar de burgemeesterlijke waardigheid. Als zoodanig had hij zeker een belangrijk deel aan de gebeurtenissen des tijds, waarin de stad Gouda zulk eene belangrijke rol speelde. Vele bijzonderheden zijn er niet van hem bekend. Hij moet in 1609 Gouda verlaten hebben. Werwaarts is niet bekend. Dat hij echter nog deel nam aan de beraadslagingen in het belang des vaderlands gevoerd, blijkt daaruit, dat hij toegelaten werd tot de geheimste bijeenkomsten ten huize van Johan van Oldenbarnevelt.
Zie Bor, Ned. Oorl. B. VI. bl. 379 (275); Walvis, Beschrijv. van Gouda, bl. 81-85; van Wijn, Nalez. op de Vaderl. Hist. D. I. bl. 322; Scheltema, Staatk. Nederl. |
|