[Herman ten Kate]
KATE (Herman ten), neef van den voorgaande, van wien hij teeder bemind en tot de wetenschappen werd opgeleid, doch die kort vóór 1728, op jeugdigen leeftijd, overleden is. Bij de Drie gewigtige bedenkingen des gemoeds van zijnen oom voegde hij zijn: Weg des Heils, alsmede eenige Zededichten.
Zie Wagenaar, Beschr. der stad Amst. D. XI. bl. 352; van der Aa, Nieuw Woordenb. van Ned. Dicht.