[Wabe Kamp]
KAMP (Wabe) werd in 1758 geboren en was een zeer verdienstelijk letterkundige, die zich zelf gevormd had en zijnen tijd, althans in de laatste jaren van zijn leven, tusschen het onderwijs van een jongeling van deftigen huize, en het werken voor de drukpers verdeelde. Zijne vroegere lotgevallen zijn niet bekend. Hij was bekend als een man, die aan een rijken schat van kennis en ondervinding eene groote minzaamheid in den omgang paarde. Hij overleed te Leiden, waar hij woonde, den 1sten April 1828 en was lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde aldaar gevestigd. Hij schreef de volgende werken:
Uitspanninge in de eenzaamheid, Amst. 1792. kl. 8o met platen.
(Zonder naam) Patriotsche Catechismus der Zedenleere, voor dè burgeren van het Bataafsch Gemeenebest. Amst. 1795. kl. 8o.
Promehteus; verzameling van mengelstukken over godsdienst, philosophie en zedekunde enz. Amst. 1796. 8o.
Verhandeling over 's menschen oorspronkelijken aanleg voor zedelijkheid en godsdienst, en het daaruit kenbaar verheven doeleinde van zijn aanwezen, in de Mnemocyne, Nieuwe verz. D. IV. bl, 219 en volg.
Kamp, die ook een ijverig medearbeider was aan het tijdschrift de Recensent ook der Recensenten, was buitengewoon lid van het dichtgenootschap: kunstliefde spaart geen vlijt, en leverde voortbrengselen zijner muze in de Poëtische Mengelstoffen door dat genootschap uitgeven. Zijn dichtstuk: De Krijg, levert ons het bewijs dat hij ook krachtige verzen kon maken, die afsteken bij den zoetsappigen toon van vele zijner kunstgenooten.