[Franciscus Junius]
JUNIUS (Franciscus), zoon van Johan Casimir Junius voornoemd en van Maria Dison, werd te Emden den 21sten September 1624 geboren. Zijne moeder had zich na zijn vaders dood te Groningen met der woon nedergezet, waar de jonge Franciscus, cerst ten haren huize en vervolgens door Joachim Borgesius, in de wetenschappen onderwezen werd. Hij legde zich vervolgens te Groningen, onder Johan Steinberg, en te Utrecht onder de leiding van Antonius Mattheus, op de regtsgeleerdheid toe en bezocht ook de Leidsche hoogeschool. Te Groningen teruggekeerd, verkreeg hij aldaar den doctoralen graad in de regten, waarna hij zich, naar de gewoonte dier dagen, gedurende eenigen tijd in het buitenland ophield. Hij vertoefde te Parijs, te Genève en te Bazel, en zag zich, na zijne terugkomst te Groningen, tot verschillende posten geroepen. Na in 1651 aldaar tot buitengewoon hoogleeraar in de regten beroepen te zijn, werd hij in dat jaar secretaris van den senaat, in 1652 stads syndicus en in 1654 gewoon hoogleeraar, welke waardigheid hij bekleedde tot in 1666, toen hij tot raadsheer en