Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 9
(1860)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 220]
| |
togenbosch geboren, werd, tot proponent bevorderd, in 1716 predikant te Lemmel, in 1721 te Asten enOmmel en in 1731 te Veghel en Erp. Hij werd in 1744 benoemd tot legerprediker bij de staatsche troepen ten dienste van den koning van Engeland afgezonden, doch keerde in dat zelfde jaar bij zijne gemeente terug, hield in 1748 eene dankpredikatie na zijne herstelling uit eene zeer zware ziekte, en vierde in dat jaar het eerste eeuwgetijde der invoering van de gezuiverde leer in de Meijerij van 's Hertogenbosch. Hij werd in 1765 emeritus verklaard en overleed te Schiedam den 2den Mei 1776, oud ruim 84 jaren. Hij schreef de volgende werken: Het ongerijmd zevental der Sacramenten, Leid. 1730. 8o. De vernederde en verhoogde Messias, over Jesaia, L. III. Amst. 1733. 4o; herdr. ald. 1737. 4o. Dagon en Arke Gods, of nietigheit der Paapsche Misse, Dordr. 1737. 8o. Handleiding tot de Leere der Waarheit, 's Hertogenbosch, 1738. 8o. Wegwijzer naar Gods Heiligdom, met eene Voorrede van Joan van den Honert, Leid. 1739. 8o. Taxae Cancellariae Apostolicae et Taxae Sacrae Poenitentiariae Apostolicae, dat is schattingen van den Apostolische cancellarie en der Heylige Apostolische Poenitentie kamer, door Leo den X, Paus van Romen, in trein gebragt, ter verkrijging van aflaaten en absolutie, als ook dispensatie van de onderhouding der geboden Gods, en dus onthef voor geld van straffe, in twee Boeken, in Latijn en Nederduyts, Leid. 1743. 8o. Gedenk- en Dank-Altaar wegens de geslootene Vrede te Aken, na het voorbeeld van Gideon, uyt Richteren VI:24. Op den algemeene Dank en Bededag, den 11 Junij 1749 uytgesproken, Gork. 1750. 4o. Kerkelyke Redenvoering uyt Rigteren V:12, in het midden, om te vieren de 100 Jaarige Eeuw-feest der Bediening van het Heylige Evangelium, zedert de Munsterse Vreede, Gork. 1751. 4o. Het Christelijk Jubel-feest, tegen het Antichristendom over en tegen gesteld uyt Lucas XXIV:46 tot 48, Gork. 1751. 4o. De Waarheid over de leugen zegepralende, in eene Samenspraak tussen Christus en den Paus van Romen, Amsterd. 1753. 4o. De kruis Schoole van de Christus geopent, ofte de laatste Redenen van den Eeuwigen Hogen Priester na de ordeninge van Melchizedek, vervat in die VII Woorden, welke de Heere Jezus aan 't kruys gesproken heeft, enz. Waarbij nog drie Predicatiën, de 1o over Handeling. XX:35 in 't midden, de 2o over Lucas XXIII:46, de 3o over Job XIV:1 en 2, | |
[pagina 221]
| |
tot een Lijkreden over het afsterven van een Jong Leeraar, Amst. 1755. 4o. Eer en leer van wijlen Cornelis de Wit, verdedigd tegen den Schrijver der eenvoudige samenspraken, voorgevallen bij gelegenheit van het Sacrament van Mirakel, Amst. 1774. 8o. Geusinna criminatio recriminata of aanwijzing van al het vuilaarstige en lasterlijke dat onder den bijnaam van Geuzen den Gereformeerden sedert twee eeuwen is aangewreven, 8o (Amst.?)
Zie Boekz. der gel. Wereld, 1716. a. bl. 579, 1721 a. bl. 621, 1731 a. bl. 105, 1744 a. bl. 599, b. bl. 95, 1749, a. bl. 232; de Jongh, Naaml. der Pred. in de Class. van Gelderl. bl. 338; van Abkoude, Naamr. van Ned. Boek. D. I. St. III-VI; Ferwerda, Naaml. van Boek. D. I. St. I. bl. 211; Arrenberg, Naamr. van Ned. Boek. |
|