[Johan de Jonge]
JONGE (Johan de), heer van Oosterland, geboren te Middelburg in 1614, was de zoon van den voorgaande en van diens derde vrouw Catharina, dochter van Melchior Winckelman en Anne de Chautraine de Brougsault. Hij was in 1645, 1648, 1650 en 1653 burgemeester van Middelburg en sedert 1645 gecommitteerde ter Staten van Zeeland. In 1646 was hij gecommitteerd ter Staten-Generaal, waar hij een werkzaam deel had aan de vele belangrijke punten van behandeling in dien tijd, zoo als de vrede van Munster, de religie en de groote vergadering, waarvan hij ook eenigen tijd voorzitter was, in welke hoedanigheid hij de Amnestie onderteekende. In 1647 was hij raadsheer in het Hof van Vlaanderen en werd den 3den April 1654 gecommitteerd in den Raad van State. Na slechts een maand zitting als zoodanig gehad te hebben, overleed hij te Middelburg den 10den Mei 1654. Hij was gehuwd met Levina, dochter van Cornelis Stavenisse, raadpensionaris van Zeeland, ambassadeur in Zweden en Brandenburg. Een zoon uit dat huwelijk, Cornelis genaamd, geboren in 1645 en overleden in 1694, was burgemeester van Middelburg en gecommitteerde ter Staten Generaal. De afbeelding van Johan de Jonge, door T. Matham, ziet het licht. In de Poëmata Casparis Kinschotii (bl. 204) komt een Epithalamium ter eere van hem en zijne gade voor.
Uit familie-berigten bijeengebragt; Muller, Cat. ran Portr. bl. 134, alwaar zijn naam verkeerdelijk de Jonghe gespeld is.