terug, en vertrok naar de academie te Dublin, om er eenen graad te behalen. Hier knoopte hij vriendschapsbetrekkingen aan met den vermaarden Doctor Swift, en werd als onderwijzer aangesteld over twee zonen van een man van groot aanzien, wiens naam echter niet genoemd wordt.
Niet lang was hij als zoodanig werkzaam, daar zijn oom, inmiddels overleden, hem tot zijnen erfgenaam had aangesteld. Hij keerde alzoo naar Nederland terug, en werd door de Geldersche familie van Randwijk aangezocht om eenige van deszelfs jeugdige telgen te onderwijzen. Hij zette zich hierop op het door hem gekochte landgoed Overhagen bij Arnhem. neder, en huwde er met Margaretha Anna Maria de Ville, bij wie hij twee dochters verwekt heeft.
Na zijn huwelijk bragt hij acht jaren in genoemde betrekking bij de familie van Randwijk door, en vertrok daarop naar Amsterdam, alwaar hij den vermaarden courantier du Breuil in het opstellen van zijne nieuwstijdingen behulpzaam was. Hij zette zich vervolgens te Rotterdam neder, schreef er gedurende eenigen tijd met lof eene Fransche courant, en werd daarop door de regering van Utrecht aangezocht om zich in die provincie neder te zetten, en zich aldaar met het schrijven van een dergelijk nieuwsblad bezig te houden. Hij voldeed aan dien wensch, doch geraakte in ongunst bij de regering der stad, daar hij zijne drukkerij geleend had tot het drukken van een werk, welks inhoud de regering zeer mishaagde.
De onaangenaamheden, die hij zich daardoor op den hals had gehaald, gevoegd bij de gunstbewijzen van prins Willem van Hessen-Cassel, deden hem besluiten zich te 's Hage neder te zetten, alwaar hij korten tijd daarna met de waardigheid van agent van den landgraaf van Hessen-Cassel vereerd werd, welke bediening, die hij met ijver waarnam, door den koning van Zweden bevestigd werd. Hij was alzoo werkzaam tot aan zijnen dood, die den 19den Augustus 1730 plaats had, ten gevolge eener beroerte, die hem een dag te voren overvie
Janiçon was een man van veelzijdige geleerdheid. Hij kende het Latijn, het Engelsch en het Hoogduitsch, uit welke laatste talen wij aan hem eenige in het Hollandsch goed overgezette werken verschuldigd zijn. Als oorspronkelijk schrijver deed hij zich kennen door zijne onvoltooid geblevene:
État présent de la République des Provinces-unies et des pays qui en dépendent, la Haye 1729, 1730. 12o. 2 volum. 4de druk ald. 1755. 12o. 2 volum. In het Hollandsch vertaald en uitgegeven onder den titel van:
De Republiek der Vereenigde Nederlanden, 's Hage 1732, 8. 4 deelen.
Zie Luïscius, Woordenb. in voce; Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. I; Saxe, Onom. Liter. T. VI. p. 321; van Kampen, Geschied. der Nederl. letter. en wetensch. D. II.