[Willem van der Jagt]
JAGT (Willem van der) geboren te Maassluis den 30sten Januarij 1727, was koopman, reeder en contrarolleur der convooijen en licenten te Maassluis en beoefende de dichtkunst. Hij was lid van het Haagsche Dichtgenootschap, Kunstliefde spaart geen vlijt, dat zijn dichtstuk: De ware vereischte in een dichter, met een tweeden zilveren eerepenning bekroonde, dien hij bij loting verkreeg. Van hem zag het licht:
Bijschriften op 's Heilands Geboorte, Lijden, Dood, enz. Maassluis, 1774. 8o.
Rouwklagt en Reden Troost over het afsterven van den Doorluchtigen Vorst en Heere W.C H. Friso enz. Maassluis, 1752. 4.
Tijdens de oproerigheden te Maasluis in 1775, ontstaan over het invoeren eener kortere zangwijze in de Hervormde kerk, hield men van der Jagt en de predikant Daniel van Sprang voor de uitvinders en doordrijvers. Om de gemoederen eenigzints te bedaren had hij opgesteld en uitgegeven een dichtstukje getiteld: Vredebazuin, of Aansporingen tot eendragtig Psalmgezang aan de Gemeente van Maassluis, hetwelk echter niets kon baten, of verhinderen dat ook van