Djokjokarta zijn ontstaan (1755). Het was van Imhoff eindelijk aan wien de hervormde kerk in Indië groote verpligtingen had, en aan wien men de belangrijke aanleg van Buitenzorg te danken had, waar hij eene woning stichtte en een kanaal begon aan te leggen, om die gezonde en vruchtbare streek te ontginnen.
Na nog door prins Willem IV, bij zijne verkiezing tot hoofd der Oost-Indische Maatschappij, in het algemeen bewind bevestigd en tevens in 1748 tot generaal der infanterie aangesteld te zijn, overleed van Imhoff op den 1sten November 1751, te Batavia, waar hij in de Hollandsche kerk met vorstelijke statie werd ter aarde besteld, en waar zijn naam nog lang in zegening bleef als van een der beste hoofdbestuurders van onze overzeesche bezittingen.
De afbeelding van van Imhoff ziet op meer dan eene wijze het licht. Hij was gehuwd met Catharina Magdalena Huijsman, vrouwe van den Hill. Zijne nagedachtenis wordt bewaard door eenen prachtigen gedenkpenning, op zijn vertrek uit Texel vervaardigd, en door eene kleine medaille, bij gelegenheid van zijne inhuldiging te Batavia geslagen. Op de laatste wordt zulks op den 26sten Januarij 1743 gesteld.
Zie (du Bois) Vies des Gouvern. p. 248-257, achter welk werk veelal zijne Beschouwingen vertaald zijn medegedeeld; Kok, Vaderl. Woordenb. D. XXI. bl. 226-229; van Kampen, Gesch. der Nederl. buiten Europa. D. III. bl. 31-34, 42-79, 173; van Kampen, Vaderl. Karakterk. D. II. bl. 674-649; Ypeij en Dermout, Geschied. der Herv. Kerk in Nederl. D. III. bl. 395-397; Nieuwenhuis, Woordenb. Aanhangs.; Engelberts Gerrits, Biogr. Handwoordenb.; Teenstra, Bekn. beschr. van de Ned. Overz. bezitt. bl. 79, 269, 271, 324, 611, 641; Vervolg op van Loon beschrijv. der Nederl. Hist. penn. No. 169, 178; Muller, Cat. van Portrett. Dezelfde, Cat. van Boek. over de Ned. bezitt. enz. bl. 34, alwaar een fraai handschrift in folio vermeld wordt, getiteld: Dagelyksche aanteykeninge van het voorgevallene gedurende de reyse van den Gouverneur Generaal G W. van Imhoff naar Java's Oost-Cust in het voorjaar 1746; Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned. Indië, Nieuwe Volgreeks, D. II. bl. 361-371; uit medegedeelde berigten aangevuld.