[Joannes van Heyst]
HEYST (Joannes van) werd in het laatst der XVIde eeuw te Zierikzee geboren, studeerde in de godgeleerdheid en geneeskunde, en verwierf in de laatste den rang van doctor. Hij was predikant te Bruinisse en te Brouwershaven (1630), nam in 1640 eenigen tijd de legerdienst waar, en stierf in 1662.
Hij schreef:
Opweckende of Hemelsche basuyne den den slaepsuchtigen Nederlander over de 5 eerste veersen van het 2 capittel Judicum, ghepast op den teghenwoordighen tyd en staet des lands, Zier. 1636.
Voorloper der uytstortinghe van de zevende phiole der toornicheden Gods over Matth. XXIV:4-8, op occasie van de aerdbeweginghe, geschied den 4 April 1640, des nachts omtrent dry uren, Middelb. 1640.
Heerschende hemel of spiegel der voorzienigheit Gods, bij occasie van alle ongevallen en droeve elenden dezes tyts, zynde eene verhandeling over Jes. XLV:7, Amst. 1657.
Zie P. de la Rue, Gelett. Zeeland, bl. 573; Glasius, Godgel. Nederl. o.h.w.; Mourik en Noordbeek, Naaml. van Godgel. Schrijvers.