gekeerd, stichtte hij er een Thomistische school. De vervolgingen, welke te dien tijde tegen de Katholieken werden in het werk gesteld, dwongen hem zich bij den bisschop van Elfine te verbergen. Hij keerde naar Leuven, en toen de storm in Ierland was uitgewoed, naar Ierland terug, bekleedde er de betrekking van missionaris en prior van het huis van Urlary. Toen de vervolgingen wederom aanvingen, verliet hij op nieuw het eiland en keerde naar Leuven terug, waar hij hoofdvicaris en chronologist zijner provintie werd. Hij stierf den 11 December 1715 in den ouderdom van 67 of 68 jaren. Hij verstond het Iersch, Engelsch, Spaansch, Vlaamsch en Fransch en kon in al die talen prediken.
Hij schreef:
Epilogus chronologicus, exponens succincte conventus et fundationes sacri Ordinis Praedicatorum, in regno Hyberniae, et nomina pariter illustrium filiorum ejusdem provinciae tam mortuorum quam in exilio irrentium.
Zie Paquot, Mem. pour servir à l'Hist. Littér. des Pays-Bas, T. II. p. 375.