van welke het handschrift in 3 d. in fol. op het stadhuis te Brussel werd bewaard tot het bombardement van 1695. Sedert dien tijd is het verloren. Oudinus gist, dat het hetzelfde is dat G.J. Vossius op de bibliotheek te Amsterdam met den titel De laude Brabanciae zag en door Paquot is beschreven. Van der Heyden liet deze kronyk in Nederduitsche verzen overbrengen, volgens de schrijver van de Vlaamsche kronyk van Brabant in 1512 te Antwerpen gedrukt. De heer Verdussen, schepen te Antwerpen, bezat een handschrift in folio van deze vertaling, getiteld:
Petrus Timonis, Chronicon ab anno 1351 ad annum 1432 in rythmos vernaculos translatum.
Men houdt deze chronyk voor het vervolg van die van Nicolas de Clercq.
In de Nouvelles Archives de Reiffenberg, vol. V, p. 450 (1830 Nr. 6) komt onder de aangekondigde werken voor:
Petri à Thymo, vulgo van der Heyden, Historia Brabantiae Diplomatica, Edidit F.A. Baro de Reyffenberg, Bruxelles, 1830 8o., LXVIII en 330 pp.
De gebeurtenissen van dat jaar schijnen echter de werkelijke uitgave verhinderd te hebben; de Nelis oordeelde de chronyk van à Thymo belangrijk.
Volgens Valerius Andreas, zou hij nog een Martyrologinus hebben uitgegeven en beroept zich op eene plaats bij Molanus; doch Paquot schreef: ‘Tout ce qu'on peut lire de Molanus, c'est que de Thimo avoit écrit quelque chose de rélatif aux Martyrologes ou aux vies des saints.’
Zie Valer. Andreas, Bibl. Belg., p. 764; Fast., p. 39, 60, 173; Sweertius, Ath. Belg., p. 637; Vossius, de Hist. Lat., ed. 1651, p. 554, 555; Oudinus, T. III. Col. 2634, 2635; Paquot, Mém. pour servir à l'Hist. Litt. des Paijs-Bas, T. II. p. 289; Messager des sciences et des arts 1833, p. 312; De Nelis, Prodr., p. 32-50; De Wind, Bibl. van Neêrl. Geschiedschr., bl. 90, 518.