Ter Pelkwijk in de mathesis. Ter zijner opleiding tot geneesheer begaf hij zich vervolgens naar Amsterdam, alwaar hij studeerde onder de leiding van de professoren Swart, W. Vrolik, Tilanus en Suringar. Hij promoveerde te Leiden in 1842, na de verdediging eener Dissertatio de Haemorrhagiacerebri. Later heeft hij, onder medewerking van dr. van Deen eene Nederduitsche vertaling van Remak's Diagnotische en Phatologische onderzoekingen met aanteekeningen uitgegeven, en kort voor zijn dood bewerkte hij het eerste deel van Hornung's Inwendige ziekte-processen en derzelver geneeswijze. Buitendien was hij medearbeider van den Moniteur des Indes, in welk laatste tijdschrift oorspronkelijke stukken en boekbeoordeelingen van hem geplaatst zijn, die van zijn helderen geest en de grondigheid zijner wetenschap getuigen.
Hertzveld was sedert zijn verblijf te Zwolle, waar hij zich als med. dr. gevestigd had, bijna uitsluitend belast met de geregtelijk geneeskundige onderzoekingen, die daar van tijd tot tijd voorkwamen. In het laatste jaar zijns levens nam hij ook een gedeelte der armen praktijk waar. Zoo werkte hij voort, toen hij in Mei 1848 door een allerhevigsten typhus aangetast werd. Daarvan pas hersteld kreeg hij eene haemoptoe, waarna eene phthisis volgde, die hem langzaam ten grave sleepte.
Kalm en bedaard zag hij den dood naderen zonder een leven terug te wenschen, hetwelk voor velen met groote wederwaardigheden gepaard gaat, en waarvan hij ook reeds de treurige zijde had leeren kennen.
Hij overleed in den ouderdom van slechts 29 jaren.
Zie J. van Dam in N. Archief 1849.