[Hermegiskel]
HERMEGISKEL, koning der Warniërs, trad in een tweede huwelijk met eene dochter van Theodorik, koning van Oost-Frankrijk, wijl hij 't voor het belang zijner onderzaten dienstig keurde, dat hij op 't naauwst met de Franken, wier rijk slechts door den Rijn van 't zijne afgescheiden werd, verbonden was. 't Is ten hoogste waarschijnlijk dat deze dochter Theodechilde zal geweest zijn, gelijk uit het vervolg is af te leiden.
Hermegiskel, dus met de Franken vermaagschapt, had voor zijnen zoon Radigis, toen deze nog een kind was, de zuster van zekeren koning der overzeesche Anglen of Engelschen tot eene vrouw verkozen, aan welke haar broeder eene aanzienlijke bruidschat toegelegd had. De voltrekking van het huwelijk werd echter, of om de jonge jaren van het paar, of om eenige andere reden, een geruimen tijd uitgesteld. Radigis bleef bij de Warners en zijne bruid in Engeland.
Hermegiskel ondertusschen zijnen dood voelende naderen, en zich in het gezelschap van de voornaamste der Warners bevindende, verklaart hun ‘dat de zucht om 's lands wetstand te bevorderen hem alleen had doen besluiten om voor zich eene vrouw uit het naburig Oost-Frankrijk te zoeken, en zijn zoon eene bruid uit het overzeesch eiland Britannie toe te schikken; doch dat hij geene kinderen bij zijne Frankische vrouw verwekt hebbende, voorzag dat de vriendschap tusschen de Warners en Franken te zeer verkoelen zou, wanneer het huwelijk van Radigis met de Britsche prinses voortgang had. 't Was ondertusschen zijns oordeels, het belang der Warners, met de Franken liever dan met de Britten vermaagschapt te zijn. Met de laatsten zouden ze, uithoofde van de verdere afgelegenheid, zich niet dan met veel moeite en na verloop van eenen geruimen tijd, kunnen vermaagschappen. De Franken werden alleen door den Rijnstroom van hen afgescheiden. Ook waren de Franken veel magtiger dan de Britten, en konden den Warners daarom veel voordeels of nadeels toebrengen, naar dat hun 't staatsbelang drijven zou. Onderlinge huwelijken waren bekwaam, om de vriendschap der Franken te verkrijgen. Werd deze band niet tusschen de twee volken gelegd, de Franken, als de magtigsten, zouden welhaast gelegenheid vinden, om hunne grenzen tot in het land hunner magtelooze naburen uit te breiden, of hun, onder een of ander voorwendsel, den oorlog aan te doen.’ Hermegiskel, den edelen onder de Warners deze zwarigheden op het nadrukkelijkst hebbende voorgesteld, maakte hen begeerig om te weten, wat hij, tot wegneming er van, wist aan de hand te geven.