[Hermannus]
HERMANNUS, monnik van St. Vincent van Laon, naderhand abt van St. Martinus te Doornik, van de orde der Benedictijnen, van 1127-1137.
Hij schreef:
Narratio restaurationis Abbatiae S. Martini Tornacensis, het eerst door Lucas Dacherius in Tom. XII Specilegii, p. 358 seqq. (ed. novae Tom. II. p. 888) uitgegeven. Cum additionibus aliorum auctorum, pag. 922 & 926, ab anno 1127 usque ad annum 1160.
Men heeft nog drie boeken van hem, behelzende de wonderen van de maagd Maria van Laon, gedrukt met de werken van Guibert van Nojent, en eene verhandeling over de Menschwording Christi, opgedragen aan Stephanus, aartsbisschop van Weenen.
Men vindt ook iets van hem in Veterum aliquot Galliae et Belgii scriptorum opuscula sacra, numquam edita, jam vero e Mss. Codicibus Bibliothecarum Galliae in lucem prodeuntia, Leiden, P.v.d. Meersche, 1692, 1 vol. 12o., met de portretten der schrijvers, Hinemarus, S. Fulbertus, Hermannus abbas Tornac., Ernaldus abbus Bonaevallis, Guillielmus abbas Rhem., et Gualterus de Castellione, Torn. Canon. Praep.
Zie Fabricii, Bibl. Med. et Infim. Lat., T. VI. p. 718; Vossius, de Hist. Lat., p. 433; Bat. Willems, T. I. p. 7; Valerius Andrens, Bibl. Belg., p. 378; Du Pui, Bibl. des auteurs ecclésiast.