[Wolfert Hermanszoon]
HERMANSZOON (Wolfert). Philips III onzen handel in de Indiën trachtende te beletten, gaf in 1601 Don Andreas Hurtado de Mendoza, bevelhebber eener Indische vloot, last naar Bantam, waar de onzen, met verlof der regering, hunnen meesten handel dreven, te vertrekken. Doch hier trof hij vijf Hollandsche schepen aan, onder den admiraal Wolfert Hermanszoon, die hem op den 27 December 1601 zoo veel werks gaven, met gedurige schietgevechten, dat hij, twee schepen verloren hebbende, de wijk nam. Hij zeilde toen naar Amboina, daar hij alle plaatsen, die met de onzen gehandeld hadden, deerlijk verwoestte, de specerijboomen alomme verdelgde en uitroeide. Wolfert Hermanszoon, met groote blijdschap te Bantam ingehaald, begaf zich eerlang naar Banda, waar de beste noten-muscaat-boomen wassen, en sloot aldaar een verbond met de eilanders, bij hetwelk hij het eiland beloofde te beschermen tegen de Portugezen, mits zij hunne specerijen alleen aan de onzen verhandelden. Voorts verbond men zich elkander, in zake van godsdienst, niet lastig te zullen vallen en elkanders overloopers niet te zullen aanhouden. Hij keerde in 1603 weder in 't vaderland terug.
Zie van Meteren. Ned. Hist., B. XXV. fol. 474. vers.; Grotii, Histor., Lib. XI. p. 426; Begin en voortgang der O.I. Comp., D. I; Wagenaar, Vad. Hist., D. IX. bl. 143, 144; Ned. Heldend. ter Zee, D. I. bl. 206; de Jonge, Ned. Zeew., D. I. bl. 311.