[Herman]
HERMAN de Schoenmaker, een wederdooper, gaf zich in 1535 in een nacht in het dorp het Zandt genaamd, prov. Groningen, voor den Messias, ja voor God den vader uit, roepende met een vervaarlijke stemme: ‘Slaet doodt, slaet doodt alle paepen en monnicken; slaet doodt alle overheit, de gansche werelt en vooral, die hier regeren. Betert u, betert u; siet uw verlossing is voorhanden.’ Op dat gerucht liep het volk, meenende dat het jongste oordeel nabij was, van alle kanten derwaarts, en liet zich dienzelfden nacht, ten getale van omtrent 300 personen herdoopen, zich diets makende, dat allen, die zich niet lieten herdoopen verdoemd zouden worden. Doch Herman werd, na het plegen van meer andere dolligheden, gevangen, en naar Groningen gevoerd, waar hij, na gepijnigd te zijn, zijne dagen in den kerker eindigde.
Zie Ubbo Emmius, Hist. Fris., CLVII. p. 884, 885; Brandt, Hist: der Reform., D. I. bl. 119; Brucherus, Gedenkb. van Stad en Lande, 111.