Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Eerste stuk

[Jansz. Herman]

HERMAN (Jansz.) van Sollem, aldus naar zijne geboorteplaats genoemd, werd ‘na veel aenstoots en quellingh om hem van het geloove af te trecken’, te Amsterdam veroordeeld om ‘als een ketter metten vyere geëxecuteert te worden’, hetwelk den 16 Januarij 1553 opentlijk geschiedde.

[p. 670]

Zie van Braght, Bloedigh tooneel der Doopsgezinden, bl. 148; Wagenaar, Beschrijv. van Amsterdam.