[Herberst]
HERBERST. Kolonel. hoveling van Frederik Hendrik In de aanteekeningen van Bontemantel, komt deze Herberst voor. Hij wordt aldaar vergeleken bij den ‘hooftman Cornelius, die dagelijks in de Synagoge was’, wijl hij ‘zelden een predicatie versuymde.’
Zie Kronyk van het Hist. Genootsch., D. II. bl. 188.