[Evert Hendricksen]
HENDRICKSEN (Evert), geboortig van Zoutelande in Walcheren, stamvader der Evertsen of Evertszoons, die het vaderland groote diensten hebben bewezen ter zee. Hij was een der bevelhebbers van de staatsche smak- en ligte razeilen, die den 30 Mei 1574, onder den admiraal Louis Boisot, de vloot des konings bij Antwerpen besprongen.
Met eenige der ligtste en bestbezeilde schepen ontmoette hij op de wacht twee van 's konings smakzeilen, die hij terstond nam en met hun volk bij den admiraal Boisot bragt. Kort daarop was hij bij het gevecht te Calloo, waar door de Staatschen eenige schepen veroverd en vernield werden en de vijandelijke admiraal Adolf van Haemstede gevangen raakte.
Zijne nakomelingen bewaarden twee gebeeldwerkte zilveren kelken of schalen, hem door de admiraliteit van Zeeland geschonken, op welker bodem men een sprietzeilschip met grof kanon en vlaggen, met het wapen van Vlissingen zag. Rondom deze schalen las men:
Deur⋆ Godts⋆ Ghenade⋆ als⋆ expaerde⋆
Heeft⋆ Evert⋆ Heindricksen⋆ 't lant⋆ voor⋆
ghestan⋆ met⋆ den⋆ swaerde⋆ 1590⋆
Ter belooning van zijne diensten kreeg hij ook van 's lands overheid eene jaarlijksche rente voor één zijner zonen, die blind was.
Zie E. van Meteren, Nederl. Hist., fol. 10, vso.; Bor, Ned. Hist., VII. B., bl. 16; Smallegang, Chronyk van Zeeland, bl. 772; La Rue, Heldh. Zeel., bl. 180; de Jonge, Nederl. Zeewezen, D. I. bl. 182; de Jonge, Levensbeschrijving van J. en C. Evertsen, bl. 8 en 9.