voerig berigt, als ook van het oproer dat bij die gelegenheid ontstond en deelt Hendrik's Vermaninghe tot de stad van Antwerpen mede.
Zie Historie oft geschiedenissen der vromen Martelaren, die om het gethuyghenïsse des Evangelijs haar bloed vergoten hebben, van den tijde Christi af tot den jare M.D. LXVI toe op het eerste bij eenvergadert. Anno 1566, bl. 537-539. (Over deze en andere uitgaven van het Martelaarsboek van A. van Haamstede zie G.D.J. Schotel, in Konst- en Letterb. 1838, N. VI. bl. 182, 183); J. Ab Utrecht Dresselhuis in Kist en Royaards, Archief voor Kerkel. Geschied., inzonderheid van Nederland, D. VI. bl. 17, 60, 83, 105.