[Hendrik Arnoldus]
HENDRIK ARNOLDUS, ook Hendrik Arnoldz. van der Linden, predikant te IJsselmonde (1605), en later te Delft, een ijverig contraremonstrant, president der Delftsche synode en lid der Nationale synode te Dordrecht, voer op die synode hevig tegen Grevinkhuizen uit, wegens zeker boek, waarin deze hem van leugens had overtuigd; ook was hij als president der Delftsche synode de aanklager van den beroemden Franciscus Junius. Hij behoorde tot de deputatie door de synode benoemd om de verkorte acten te examineren en te approberen. Hij ‘sustineerde dat de overheydt alle hare onderdanen, die na voorgaende waerschuwingen, haer niet binnen ses maenden tot de ghereformeerde kercken niet en begaeven, behoorde met een briefken te lande uyt te senden.’
Bernardus Dwinglo beschuldigt hem in zijne Nulliteyten der Nation. Synode van ‘openbare leugenen, muyteryen, meer dan Lombaertsche woekeryen en andere ongoddelycke legenden.’ Hij stierf in December 1637.
Zie Dwinglo, Nulliteyten der Nat. Synode, D. I. bl. 67, 78; Brandt, Hist. der Ref., D. III. bl. 82, 83, 319, 344, 348; Der Remonstranten Kerkgangh, p. 74; Beschrijving van Delft, 1792, fol. bl. 440.