Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Eerste stuk

[Antonius van Hemert]

HEMERT (Antonius van) werd in het begin der 16de eeuw te Nederhemert geboren, en aanvaardde het kloosterleven in het gesticht den Hage onder Woensel en werd regulier kanunnik te Marienhage bij Eindhoven. Na dat hij tot priester gewijd was, meent men dat hij eenigen tijd het nonnenklooster Zoeterbeek, onder Nunen (dekanaat Helmond), bestuurd heeft. Het jaar van zijn overlijden is niet bekend.

Hij schreef de volgende zedekundige werkjes:

Speculum perfectionis, olim quidem Germanicè editum, nunc vero recens Latinitate donatum per Ant. Hemertium... Accessere meditationes septem ad singulos Hebdomadae dies, per eundem, Antv, 1547. 12^o.

Vertroostinghe in alle liden ende teghenspoet. Een devoot ende seer troostelyck Boecxken voor alle bedructe herten, bevesticht metter Godliker Schriftueren, ende metten heyligen Vaderen leeringen.

Item noch seven Meditacien op elcken dach van der weken, Antw., 1549. 24^o.

In het Latijn Paraclesis afflictae mentis, sive de Patientiâ libri tres, Antv., 1551. 24^o.

Door den autheur herzien en op nieuw uitgegeven met den titel Paracleseôn, sive consolationum afflictarum mentium libri tres iis, qui ob aerumnas et calamitates moerore anguntur, certissima ad patientiam retinendam promentes remedia, Ibid. 1560. 24^o. (3de uitg.)

Het is gedagteekend uit Zoeterbeek en aan zijnen leer-

[p. 521]

meester Dirk Spierinck, abt van Bern, opgedragen.

Dat merck der Zielen, oft van volcomenheyt alder Deuchden. Een seer innich ende devoot Boecxken; waer inne meer wort ghetreft den gront der Zielen, dan den wtwendighen schijn. Ghemaeckt door den seer verlichten Doctoor Johannes Taulerus, ende overgheset wt de Overlandsche tale in de Nederlantsche door heere Anthonis van Hemert, Regulier buyten Eyndhoven, Antw., 1557. 12^o., Brussel, 1607. 12^o., Antw., 1634. 12^o.

De Evangelische Lanterne, Antw., z.j. 12^o., 1622. 12^o.

De XV Psalmen van den Eerw. Vader Joannes, Bisschop van Rochester in Engeland, Antw. 12^o. z.j., 1622. 12^o. (De laatste uitgaaf is door Franc, Sweertius bezorgd). Dit werkje uit het Latijn overgebragt, is aan de echtgenooten van Lodewijk en Roger Claris opgedragen.

Ook zette hij over:

S. Augustijns vierighe Meditacien oft andachten. Ende die alleenspraken der sielen tot God. Ende dat handboecxken van d' aenscouwingen Christi. Noch S. Bernardus deuote aendachten. Ende een boecxken van S. Ancelmus, ghenaemt Die strale der Godlijcker Liefden met sommighe van sinen ghebeden, Thantw. 1548. met houtsn. kl. 8^o.

Zie Sweertius, Athen. Belg., p. 183; Valerius Andreas, Bibl. Belg., p. 67; Paquot, Mémoires, T. XI. p. 435-438; Foppens, Bibl. Belg., T. I. p. 79; J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom van 's Hertogenbosch D. III. bl. 34, 189; Cat. der Maatsch. van Ned. Letterk. te Leyden, D. I. bl. 202.