[Adriaan van Helden]
HELDEN (Adriaan van), heer van Gellicum, zoon van Diederik en van Agatha Jacomijna van Hardenbroek. Hij werd geboren te Werkendam in 1747 en overleed ongehuwd te 's Gravenhage den 14 Februarij 1822.
In dienst getreden als extra-ordinair ingenieur in 1764, doorliep hij bij het wapen der genie de eerste rangen; werd in 1779 tot kapitein en in 1787 tot majoor bevorderd en tevens benoemd tot kwartiermeester-generaal der troepen in dienst van de provincie Holland. Als officier der genie was hij verscheidene jaren adjudant van den directeur-generaal Du Moulin en in 1787 onder den rijngraaf van Solm belast met het in verdedigbaren staat brengen van Amsterdam tegen de Pruissen. Hij ging daarop naar Frankrijk, na geweigerd te hebben een zeer voordeelig aanbod om in dienst van Rusland over te gaan, en werd daar geplaatst als majoor in het regement Royal-Liègois. Hij werd ook vervolgens tot de hoogere rangen bevorderd en in 1792 kolonel en adjudant-generaal bij het leger van den Rijn, en nog in dat zelfde jaar kommandant van Frankfort, welke vesting den 28 November 1793 door de Pruissen werd opgeëischt en den 7 December daaraanvolgende bij capitulatie werd overgegeven. Tot September 1795 bleef hij in krijgsgevangenschap en werd daarna bij het Bataafsche leger geplaatst als generaal-majoor, terwijl hem voorts werd opgedragen de uitvoering te regelen der werken, welke tot versterking van den Helder zouden worden gemaakt.
In 1805 bevorderd zijnde tot luitenant-generaal werd hij tevens kommandant der vesting 's Bosch, daarna van Bergen op Zoom, en nadat koning Lodewijk de regering had aanvaard, werd hij geplaatst als bevelhebber in het 1ste en later in het 2de militaire arrondissement der kusten en kommandant-superieur van Brielle en Hellevoetsluis.
Na de inlijving van Holland in het Fransche keizerrijk