de 60 ans, le seul traité général, que possédât la chirurgie moderne. Aujourd'hui il est remplacé par des ouvrages plus complets, d'ailleurs, quoique utile encore à consulter, les immenses progrès que l'art a fait rendent l'usage des Institutions de Heister insuffisans et même inutiles aux élèves. Les savants ne l'étudieront point sans avantage dans beaucoup de cas.’
De Lithotomiae Celsianae praestantia et usu, Ibid., 1745, 8o. In het Fransch, Paris, 1751, 8o.
Systema generale plantarum ex fructificatione, cui adnectuntur regulae de nominibus plantarum a celeb. Linnaeo longè diversae, Ibid., 1748.
Dit is het laatste werk dat Heister in het licht gaf. Na zijn dood verschenen nog zijne Medicinische, Chirurgische und Anatomische Wahrnehmungen. Zijne Institutiones Chir., in 1750 verbeterd te Amsterdam verschenen, zijn oorspronkelijk in het Hoogd. (Chirurgie, in welcher alles, was zur Wund-Arzneij gehört, nach der neuesten und besten Art abgehandelt werd) het eerst in 1718 te Neurenberg verschenen en sedert dikwerf herdrukt.
In het Nederduitsch bezitten wij:
Ontleedkunde, Amst., 1728, m. pl. 8o.
Redevoering over den aanwas der ontleedkunde, Dordr., 1746, 8o.
Heelkundige Onderwijzing, met aanteekeningen van A. Ulhoorn, Amst. 1755, 2 dln. met pl. 4o. Hiervan verscheen een 3de druk.
Geneeskundig Handboek, Amst., 1762, 8o.
Kort begrip der Heelkonst, Amst. 1764, met pl. 8o.
Zijn zoon Elias Frederik Heister, in 1715 te Altorf geboren en in 1740 te Leiden gestorven, gaf behalve eene Latijnsche overzetting van het Engelsche werk van Douglas over de Peritoine, een belangrijk werk in het licht, getiteld: Apologia pro medicis atheismi accusatis, Amst. 1736, dat sommigen, schoon volgens Haller ten onregte, aan zijn vader hebben toegeschreven. Hij was een jongeling van groote verwachting.
L. Heisterus gaat op onderscheidene wijzen in fol., 4o. en 8o. in plaat uit.
Zie Saxe, Onom. Lit., i.v.; Biogr. Univers., T. XIX. p. 590; Nova Act. med. phys., T. II.; Vaderl. Letteroef. 1763, D. II. bl. 53, volgg.; Bouman, Geschied. der Geld. Hoogeschool, D. II. bl. 197; Aanhangsel op Nieuwenhuis' Woordenb. van Kunst. en Wetensch., D. III. bl. 360; Arrenberg, Naamreg. van Nederl. Boeken, bl. 221, 222; Naaml. van Nederd. Boeken, 1790-1833, bl. 239; Bibliothèque Raisonnée, T. XXXI, p. 275, 280; van der Groe, Cat. Libr. (1785) bl. 100.