[Feye van Heemstra]
HEEMSTRA (Feye van), oudste zoon van Schelte van Heemstra en van diens tweede vrouw Catharina Johannesd. van Scheltinga, werd in 1694 op Dotinga-state bij Dronrijp geboren. Even als zoo vele leden van zijn geslacht toonde ook hij reeds vroeg neiging tot de krijgsdienst, en nam als vrijwilliger bij de Friesche garde deel aan den Spaanschen successie-oorlog. In 1728 tot kapitein bevorderd, werd hij nog den 8sten Julij van dat jaar sergeant-majoor titulair en den 16den Maart 1730 effectief. Den 21sten November 1738 werd hij luitenantkolonel en den 1sten Maart 1743 kolonel. Als zoodanig nam hij deel aan den oorlog tegen Lodewijk XV in de Oostenrijksche Nederlanden. In den slag bij Fontenoi in 1745 werd hij gekwetst in den schouder, door een musketkogel, welke hem onder den strot is uitgesneden geworden, en in dien bij Rocroy in 1746, mede door een musketkogel in de zijde van den buik. Op het slagveld tot luitenant-generaal der infanterie benoemd, moest hij het echter voor goed verlaten. Hij leefde vervolgens in rust te midden der zijnen en overleed op Heemstra-state den 7den September 1748. Hij is begraven te Oenkerk en was in 1733 gehuwd met Titia Helena Ulbesd. van Burmania en verwekte geene kinderen.
Zie Stamboek van den Frieschen Adel, D. I. bl. 169, D. II. bl. 108; Kobus en de Rivecourt, Biograph. Handwoordenb.