[Willem van Heemskerk]
HEEMSKERK (Willem van) behoorde waarschijnlijk tot het geslacht van de voorgaanden, was de zoon van Jan Reijerszoon van Heemskerk en Elsje van Buitenwegh en werd in 1526 geboren. Niet eerder dan op middelbaren leeftijd ontmoeten wij hem en wel in 1564 als burgemeester van Leiden.
Bij de vervolgingen door den bloedraad was hij naar Emden gevlugt, doch zeer gezien zijnde bij den prins van Oranje, werd hij in vele geheime verrigtingen gebruikt. Hij handelde destijds met van der Werff, werd borg voor geschoten geld ten dienste der goede zaak, en vertrok zelf naar Dillenburg.
Bij de goede wending der zaken in het vaderland teruggekeerd, werd hij een der raden van den prins en was hij lid van de eerste vergadering der staten van Holland. Bij de belegering van Leiden in 1574 was hij afwezig als afgevaardigde ter staatsvergadering, doch werkte zoo veel hij kon mede ter bevordering van het ontzet.
In belangrijke zaken werd hij vervolgens gebruikt. Hij teekende mede den krachtigen brief, uit Gouda, in 1576, door de aldaar in het belang des vaderlands vergaderden geschreven, aan de staten van Gelderland gerigt, om dezen tot volharding en tegenstand van de Spaansche dwinglandij aan te moedigen. Hij behoorde verder tot de onderhandelaars om den prins van Oranje het hoog gezag op te dragen en was een der benoemden ter bijwoning van de zamenspreking tusschen de Leidsche hoogleeraren Adrianus Saravia en Dirk Volkertz. Coornhert. Bij de inwijding der Leidsche hoogeschool was hij mede tegenwoordig.
Meermalen bekleedde hij de burgemeesterlijke waardigheid te Leiden en bleef tot aan zijn overlijden tot de bezorging van de gewigtigste belangen van het land gebruikt. Hij stierf den 21sten Februarij 1592 en was gehuwd geweest met 1o. Grietje Proost (ook Ramp en Prooster genoemd), dochter van Engelbert Proost of Ramp, burgemeester van Haarlem, en 2o. met Neeltje Pieters dochter, weduwe van Joost Jacobszoon de Bije; bij de eerste vrouw liet hij vijf kinderen na. Zijn naam wordt bij van Meteren geheel verkeerd opgegeven.
Zie Scheltema, Staatk. Nederl., door ons hier gevolgd.