[Jasper de Hartogh]
HARTOGH (Jasper de), of de Hertog, werd in 1666 te Rotterdam geboren, bezocht de hoogescholen te Oxford en Cambridge in 1684, studeerde vervolgens te Leiden en daarna drie jaren bij den Lutherschen predikant Haan te Delft, en een jaar te Jena, alwaar hij openlijk verdedigde eene disputatie over de gewoonten der volkeren omtrent de verbonden. Hij werd in 1690 te Dordrecht beroepen bij de Luthersche gemeente, in 1692 te Haarlem en in 1702 te Leiden, waar hij in 1727 overleed. Ds. Boon hield op hem eene lijkrede, naar aanleiding van Klaaglied. 5 vs. 16, die te Rotterdam gedrukt is. Zijn zoon volgt.
De Hartogh wordt genoemd een uitmuntend man zoo in geleerdheid als andere, ook zedelijke, hoedanigheden, die bij de meeste godgeleerden van zijnen tijd in hooge achting stond en met vele van hen in vriendschap verkeerde. Behalve zijne genoemde disputatie die, indien wij ons niet bedriegen, een pennevrucht was van den beroemden regtsgeleerde Georg Schubart, ziet van hem het licht:
Lijkpredikatie over de dood van Do. J.F. Mitzen, Leid. 1720. 4o.
Wegwijzer der eenvoudigen: volgens den trant van Luther's kleine Catechismus, Leid. 1727. 8o., 3de druk ald. 1735,