[Jan Jacobsz. van Harlingen]
HARLINGEN (Jan Jacobsz. van), welligt de zelfde als Jan Jacobsz, dien wij vroeger noemden. Hij gaf uit:
Eenighe gheestelijcke Liedekens, Amst. 1612. 12o.
Zie dit Woordenb. D. VIII. bl. 65; Cat. van de Bibl. der vereen. Doopsgez. Cemeente te Amst. 2de afdeel. bl. 58.