[Bocko Harinxma]
HARINXMA (Bocko), zoon van Feicke Harinxma en van diens tweede vrouw Luts Oenema, werd in 1492 hoveling te Sneek en grietman van Wymbritseradeel. Hij speelde in de twisten tusschen de Schieringers en Vetkoopers eene hoogst belangrijke rol. Als zoodanig staat zijn levenslot in zulk een naauw verband met de geschiedenis van zijnen tijd, dat wij er slechts de hoofdpunten van kunnen aanstippen en den weetgierigen lezer naar de hier onder aangehaalde bronnen verwijzen moeten.
Aan het hoofd der Schieringers staande en te Sneek zijn verblijf houdende, trachtte hij in 1492 de stad Leeuwarden te overrompelen, doch zijn aanslag mislukte en hij was genoodzaakt om vrede te vragen, die hem ook, hoewel op harde voorwaarden, geschonken werd. De spijt over het toen gesloten verdrag verkropte hij niet lang, en hij verbrak hetzelve zoodra zich gelegenheid daartoe aanbood. Wij kunnen hem op al zijne rooftogten of op die, welke op zijnen last of door zijne onderhoorigen plaats hadden, hier niet volgen. Dan eens overwon hij, dan weder delfde hij het onderspit. Door Nittert Fox te Sneek in 1497 gevangen genomen, werd hij naar Groningen gevoerd, van waar hij, met behulp van zekeren Jan Kanneke, uit de gevangenis ontvlugtte.
Nog meer verbitterd op zijne vijanden, ontbraken hem echter de middelen om zich te wreken, en was hij een der eersten, die den hertog van Sakse als beschermheer van Friesland aannamen. Hij was een van de gezanten aan dezen in 1498 en een van de zes edelen, die den overdragts-