[Jaques Hanapier]
HANAPIER (Jaques) was uit eene zeer vermogende en aanzienlijke familie te Nantes geboren, en aldaar in de leer der Roomsch Katholieke kerk opgevoed. Op dertienjarigen leeftijd naar Holland gezonden, om zich in den handel te bekwamen en de Nederduitsche taal aan te leeren, werd hij naar een instituut te Bodegraven gezonden, waar hij door het lezen van Bunyan's werkje, Eens Christens Reize naar de Eeuwigheid, tot het Hervormd geloof werd overgehaald. Te Rotterdam op een kantoor besteld, vond hij gelegenheid om in aanraking te komen met de predikanten Daniel de Superville en Wilhelmus à Brakel, door wier toedoen hij niet alleen in de Hervormde leer onderwezen werd, maar ook de lagen en listen ontging, die zijn vader in het werk stelde om hem weder naar Nantes te voeren. Daartoe vond men goed den jongen Hanapier eene veilige schuilplaats te bezorgen bij Frederik van Houten, predikant te Kaag bij Leiden, onder wiens leiding hij, met verloochening van alle voordeelen en bezittingen die hij in zijn vaderland achterliet, tot de Gereformeerde gemeente overging en wien hij in 1702 naar Middelburg volgde. Aldaar zijnde ontving hij het doodsberigt van zijnen vader, en nu hield niets hem terug om zich aan de predikdienst te wijden. Hij vertrok in 1707 naar de Leidsche hoogeschool, en werd in 1710 bij de klassis van Walcheren tot proponent aangenomen. Hij werd in 1712 predikant te Kapelle in Zuid-Beveland, en in 1713 te 's Gravendeel, waar hij den 12den Junij des jaars 1751 overleed. Hij was gehuwd met Sara Strype, die hem overleefde. Van hem ziet het licht:
Synodale Leerreden over Psalm CXX vs. 3 tot 6. waarbij Twee Leerredenen over I brief van Petri I. vs. 22 en over de brief van Judas vs. 22. Middelb. 1746. 8o.
Zie Boekz. der gel. Wereld, 1751. a. bl. 701; van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. VI; Brans, Kerk. Regist. bl. 15. Mr. H.J. Koenen, in de Christelijke Stemmen, Julij 1846.