[Jan van Halewijn]
HALEWIJN (Jan van). Het geslacht Haleuwin, Haluin of Halewin werd alzoo genoemd naar den burgt van dien naam, gelegen in de kasteleneije van Rijssel, op twee uren afstand van Kortrijk, en waar in 1054, François van Halewijn, gouverneur van Vlaanderen, naar benoemd werd.
Tot dit geslacht behoorde de genoemde Jan van Halewijn. Hij was regtsgeleerde en volgens Ubbo Emmius in de letteren ervaren (Literis bonas doctus). Over de heerlijkheid Zweverselen of Zwevegem, in Vlaanderen was hij heer. Hij was ook ridder en werd in 1463 raad van hertog Karel van Bourgondië. Van 1475 tot 1477 bekleedde hij de waardigheid van voorzitter van het Hof van Holland, doch werd in laatstgenoemd jaar als zoodanig ontslagen, omdat volgens privilegie van vrouwe Maria geene vreemdelingen meer regeren mogten. Hij was een man van veel invloed en gehuwd met Beatrix van den Rijne.