Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 8. Eerste stuk
(1867)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 79]
| |
kant aldaar, en daarna te Rostock. In 1726 werd hij predikant bij de Luthersche gemeente te Enkhuizen, in 1740 te Gouda en in 1741 te Amsterdam. Aldaar werd hij in 1767 emeritus en overleed den 12den Januarij 1774. Zijne afbeelding ziet het licht. Hij schreef: Habakuks wagttoren en vesting, Enkh. 1735. 4o. Verhandeling wegens het boek van Luther over den knegtelijken wil, tegen Erasmus. Amst. 1760. 8o. Herdrukt aldaar 1762. 8o. Aanhangsel tot de Symbolische boeken der Evangelische Luthersche Kerke, Amst. 1760. 8o. Herdrukt ald. 1762. 8o. 2 deelen en nog eens aldaar 1792. 8o. 2 deelen. Historische Aanmerkingen over de beide Catechismussen van Lutherus, Amst. 1760. 8o. De groote Catechismus van Dr. M. Lutherus in vragen en antwoorden opgesteld door J. Spangenberg, waar agter de kleine Catechismus van Lutherus, benevens het Corpus Doctrina door Mattheus Judex, Amst. 1761. 8o. Verzameling van Nederduitsche Bijvoegelijke Naamwoorden, uit verscheiden schrijvers getrokken, Amst. 1771, 1772. 8o. 2 deelen. Zie van Abkoude, Naamreg. van Ned. Boek. D. I. St. I.; Arrenberg, Naamreg. van Ned. Boek.; Schultz Jacobi en Domela Nieuwenhuis, Bijdr. tot de geschied. der Evang.-Luth. Kerk in de Nederl. St. VII. bl. 72, 73, Muller, Cat. van Godgel. Werk. bl. 131; Dezelfde, Cat. van Portrett.; Domela Nieuwenhuis, Gesch. der Amst. Luthersche Gemeente, bl. 151, 152. |
|