[Caspar Frederik Hachenberg]
HACHENBERG (Caspar Frederik) studeerde in de godgeleerdheid en werd, na zijne bevordering tot proponent, tot rector der latijnsche school te Wageningen beroepen. Als zoodanig deed hij den 31sten Julij 1741 zijne inhuldigings oratie, bedankte voor de benoemingen te Harderwijk, Gorinchem en Dordrecht, en bleef te Wageningen tot dat hij, wegens hooge jaren en doofheid, in 1790 op zijn verzoek eervol werd ontslagen. Hij overleed den 1sten April 1793 in den ouderdom van ruim 83 jaren. Zijn zoon Willem Frederik werd in 1775 predikant te Rheede, in 1790 te Oudshoorn en in 1792 te Medemblik. Zijne dochter was gehuwd met den Wageningschen geneesheer Ockerse, van wien nog eene afstammelinge in leven is. Hachenberg schreef:
Vertoog over de welmeenende aanbieding van Genade en Zaligheit, Utr. 1774. 8o.
Grammatica Graeca, Ultr. 1792. 8o. 2 partes.
Zie Boekz. der gel. Wereld, 1741. b. bl. 348, 1775. b. bl. 105, 1793 a. bl. 561; Arrenberg, Naamr. van Boek.; de Jong, Naaml. van Boek.; Brans, Hondertjar. Naamreg. bl. 157; De Navorscher, D. VII. bl. 224, D. VIII. bl. 231, 298.