[Tethart Philip Christiaan Haag]
HAAG (Tethart Philip Christiaan), zoon van den voorgaande, werd te Cassel in 1737 geboren en kwam met zijn vader, die hem in de schilderkunst onderwees, reeds op jeugdigen leeftijd naar Nederland. Reeds in 1760 was hij bij de Haagsche kunstkamer van Pictura als portret- en paardenschilder ingeschreven. Later was hij er hoofdman en in 1805 deken van. Ook koos de Haagsche teeken-academie hem tot haren regent. Na zijns vaders dood werd hij hofschilder van prins Willem V, in wiens paardenstallen hij de beste voorwerpen voor zijne kunst vond, waarin hij dan ook eene aanzienlijke hoogte bereikte. Als teekenaar had hij mede groote verdiensten, getuige daarvan, onder anderen, de fraaije plaat naar den beroemden Stier van Potter, in het Koninklijk Museum te 's Gravenhage, door Masquellier en J.P. Le Bas, in 1773, gegraveerd en te Parijs uitgegeven, die naar zijne teekening daarvoor gemaakt is. In het Koninklijk Kabinet van Schilderijen is van hem een portret voorstellende Wilhelmina Princes van Oranje te paard. Hij heeft ook de graveer- en etskunst beoefend, blijkens proeven daarvan door den heer Kramm opgenoemd. Hij is in 1812 te 's Hage overleden.
Zie Notitie der Schild. van het Kon. Kab. te 's Gravenk. bl. 10; Immerzeel, Lev. en Werk. der Kunstsch.; Kramm, Lev. en Werk. der Kunstsch.