den Cap. Slumer, verlof kreeg om te vertrekken, als kunnende niet meer geemployeerd werden, als synde maer van sesthien persoonen sterck.
Kort hierna moet hij overleden zijn, daar zijne Wed. Soffia Mathijsdr. pensioen verzoekt do. 28 Mei 1605, hij schijnt slechts vier dochters te hebben nagelaten.
(Ress. der St. Generaal, Register octrooijen).
Nassauschen Laurencrans pg. 121; v. Meteren, fol. 415; Bor, 4de Dl. pg. 491, 492; Belegering van Oostende door Ph. Fleming, pg. 249, 311, 342, 346, 365, 381; Resol. van Holland p. 448.