[Thomas Gruterus]
GRUTERUS (Thomas) omstreeks 1520 te Zierikzee geboren, verliet ten gevolge der vervolgingen zijn vaderland en week naar den Paltz, het gemeene toevlugtsoord der Hervormden; doorreisde vervolgens Zwitzerland, Italie en een groot gedeelte van Duitschland. In 1560 en 1561 ontmoeten wij hem als Hoogleeraar in de Godgeleerdheid aan de Hoogeschool te Duisburg in het land van Kleef, waar hij tot in 1578 bleef, toen hij naar zijne geboortestad wederkeerde, om er het leeraarambt waar te nemen. Het jaar van zijn overlijden is niet vermeld; doch hij liet vier zonen na, en de volgende schriften, die nog in 1629 bestonden:
Hodaeporicon Belgicum, Helveticum, Italicum, Germanicum, Westphalicum in twee boeken.
Ephemeris rerum, waarschijnlijk een journaal van hetgeen in zijn tijd is voorgevallen.
Historia Davidis Georgii, Haerisiarchae, in 2 boeken.
Refutationes Sectae Davidis Georgii Pars secunda (Het eerste is verloren.)
Commentarii in Hesiodi Opera et Dies. - Opera Theologica varii generis - Index Vocabulorum rariorum in Plinii Naturali Historia, volgens de uitgaaf van Frobenius, Basileae 1525 in fol.
De Genealogia Gruterorum (verloren).
Men vindt eenige brieven van Thomas aan het einde der Centuria II Epistolarum Petri Gruteri.
Zie Centur. Epist. Petro Gruteri, p, 197, 198; Valerius Andreas, Bibl. Belg. p. 741; Fr. Sweertii, Athen. Belg. p. 620; W.v. Gouthoeven, Chronyk bl. 225; M.Z. van Boxhorn, Chronyk van Zeeland, D. I. bl. 164; Smallegange, Chronyk van Zeeland, bl. 769; P. Gruteri, Epistol. Cent. II. p. 194-200; P. Bayle, Dict. Critiq. et Historiq. T. I. p. 1314; de la Rue, Geletterd. Zeeland, bl. 332; Paquot, Mémoires pour servir à l'Histoire littéraire des Paysb-as T. III. p. 344.