ongunstig daglicht gesteld, dat deze, oordeelende dat Grooff te kort kwam in de erkenning van het openbaar gezag, en dat hij kerkelijke daden pleegde strijdig met de koloniale regerings beginselen hem bij een zeer gemotiveerd besluit van den 19den Januarij 1846, hetwelk in de Javasche Courant bekend gemaakt werd, in de uitoefening zijner functiën schortste en buiten Nederlandsch-Indië verwijderde. Deze gebeurtenis, door den gewezen Gouverneur-Generaal J.J. Rochussen uiteengezet in zijne: Toelichting en verdediging van eenige daden van zijn bestuur in Indië ('s Hage 1853), verwekte natuurlijk veel opzien. Grooff gedroeg zich daaronder nogtans met groote gelatenheid en onderwerping. In het moederland teruggekeerd, werd hem bij Koninklijk besluit van den 26sten Januarij 1847 zijne vorige standplaats in Suriname terug gegeven, met behoud van den Bisschops-titel en der hem op Java toegelegde hoogere inkomsten. Hij vertrok derwaarts den 24sten Mei 1847 met het schip Sophia Maria, en was er nog vijf jaren met echt christelijke liefde werkzaam, totdat hij op den 29sten April 1852 tot een hooger leven werd opgeroepen.
Zie Handel. en Geschrift. van het Indisch. Genootsch. 1858. bl. 288; Kobus en de Rivecourt, Beknopt Biogr. handwoordenb.