[Ausonius Greydanus]
GREYDANUS (Ausonius), zoon van den voorgaande, studeerde te Franeker, werd in 1723 proponent en in dat jaar predikant te Pietersbierum, waar hij den 23sten October 1759 overleed. Hij beoefende de Nederduitsche dichtkunst, blijkens een vers op de Friesche geschiedenissen van Christianus Schotanus, en de Latijnsche, blijkens een gedicht vóór Muilman's Diss. de libro Dei, Franeq. 1720. Na zijn dood gaf Johannes Heringa, destijds nog predikant te Marsum, van hem uit:
Naamlijst der Predikanten die zedert de Herforming gedient hebben in de Classis van Franeker: Met eene Voorrede, meldende de Edel-Mog. Heeren Commissarissen, welke uit het collegie der Edel-Mog. Heeren Gedeputeerde Staten van Friesland tot de Provinciale Synoden van tijd tot tijd zijn afgevaardigt: en Aanmerkingen over de Naamlysten van andere Classen, enz. Leeuw. 1761. 8o.
Zie dat werkje bl. 93; Vriemoet, Ath. Frisiac. p. 483.